Covertekst
In het onweerstaanbaar uitdijende en vooral absurde universum van de verschillende Donjon-reeksen, waarvan Donjon Zenit de hoofdreeks is, is Hemd van de nacht het eerste deel in het tijdperk Ochtendgloren, waarin de schepping van de slottoren, de Donjon, bepalend is voor de verhalen. Min of meer dan. Dat wil zeggen, hoe het presies zit, daar komt de lezer zelf wel achter. Zeker is dat het verhaal ongeveer zo begint...
Het was de tijd van de grote Koninkrijken en die tijd is voorbij. De onveranderlijke wereld van mijn jeugd bestaat niet meer. En vandaag hoor ik dat ik een oom heb!' Omdat er wijnig uitzicht is op positieve, vormende evenementen - de oorlogen tegen de Orks en tegen de Kwelduivels in het Westen zijn verleden tijd - stuurt vader Arahoe Hamerleck zijn zoon, de laatste Hamerleck, de deur uit om in de grote stad bij een invalide oom de broodnodige levenservaring op te doen.
Zoals dat bij dergelijke opvoedkundige processen gebruikelijk is, ontmoet de jonge Hameleck op zijn reis verschillende merkwaardige personages. Zoals de leden van een bende struikrovers die hem zijn dagboek afpakken, en de arts Hippoliet, die op weg is naar de hoofdstad omdat daar de verbranding van een Bombaste op het programma staat. Hoe het zij, eenmaal op de plaats van bestemming ontmoet het Hameleck-jong de bloedmooie Alexandra, en zij is nog maar de minste van de gevaren die hem wachten. Toch?