Covertekst
Het gaat goed met Parmeno! De vroegere knecht is bij de gratie der goden Hertog van Totto geworden. Hem vallen de goede manieren, de mooie opsmuk, het plezier van de rijkdom en de rijkdom van het plezier ten deel.
Geeft de mooie Constanza, nicht van Prins Fosca en vrouw onder de vrouwen, niet toe dat ze een duidelijk zwak heeft voor deze nieuwe rijke met zijn verwarrende manieren...?
Giacomo C., die als een blasé jonker een zekere filosofie geeft getrokken uit de hoogten en laagten van het bestaan van een edelman, observeert zijn vroegere knecht en vermoed dat achter deze ogenblikken van geluk méér zit dan een simpele intrege bedoeld om een onschuldige voor de gek te houden... Al bij al zit de Hertog van Totto misschien wel vast in de gevangenis van Venetië...
Verliefd op Venetië en andere oorden, schrijven Griffo en Dufaux, op het koortsachtige ritme van een boosaardige en gewaagde verbeelding, een nieuw hoofdstuk van de uitzonderlijke lotsbestemming van Giacomo C en zijn dubbelganger Parmeno...