Deze reeks van
Arleston en
Pellet, de Wouden van Opaal, komt wat mij betreft boven de middelmaat uit. Het verhaal kan boeien en men heeft een goed evenwicht gevonden tussen avontuur, actie en humor.
Arleston mengt al z'n gekende ingrediënten in deze albums: magie, geloof, lotsbestemming, dictator, usurpator, vreemde wezens, uitgestrekte wouden,... Niets nieuws onder de zon ten opzichte van die andere bekende reeks van hem, “
Lanfeust”. Ondanks het bekende recept moet deze reeks niet onderdoen voor dat andere epos: het is een geslaagde mix. Persoonlijk vind ik dat de personages beter gebracht worden en dat de humor -zonder veel overdrijvingen- beter aanslaat. Maar goed, mijn oordeel is waarschijnlijk beïnvloed door het feit dat de tweede cyclus van Arlestons grootste succes, “
Lanfeust van de sterren”, heel wat minder kwaliteit te bieden heeft dan de eerste 8 albums, waardoor m'n interesse voor het geheel wat wegdeemsterde.
Terug naar het te bespreken boek. Het niveau van dit zesde Opaal-deel vind ik iets minder dan de voorgaande. Gork, de demon uit een andere dimensie, begint bijvoorbeeld teveel gelijkenissen te vertonen met Hebus de trol (voor de zeldzame lezer die de Lanfeust-verhalen niet kent: dat is een betoverde trol die het hoofdpersonage uit die reeks bijstaat en er vrolijk op los mept; geen tegenstander is te sterk voor hem). Ook bij andere elementen is het duidelijk waar de inspiratie vandaan kwam. De vaart van het verhaal tenslotte, is heel wat minder geworden. Sommige zaken zijn teveel uitgesponnen of lijken erbij gesleurd om toch maar het album gevuld te krijgen. Benieuwd hoeveel nummers men het verhaal nog gaat rekken? Wat wel al zeker is: ons geduld zal -met ongeveer 1 nieuw getekend album elke 2 jaar- danig op de proef worden gesteld.
Pellet (samen met inkleurder
Goussale) creëerde alweer een schitterend getekend album. Details zijn er ten overvloede en het spel van licht en schaduw bezorgt het geheel een realistische uitstraling. Persoonlijk vind ik de gezichten vaak meesterwerkjes: je kan de leeftijd bijna aflezen van het gelaat van de personages. Ook de gevoelens kan je duidelijk afleiden uit de gelaatstrekken en de ogen.
Besluit: dit zesde deel kan nog steeds bekoren, maar toch bekruipt je als lezer het gevoel dat men het verhaal aan het rekken is om de reeks verder uit te melken. Dit is een steeds vaker terugkerend fenomeen waar een groot deel van het doelpubliek (dat volgens mij voornamelijk bestaat uit oudere tieners en jonge twintigers) minder last van heeft dan de kritischere lezer. Waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen dat er geen kritische jongeren zijn.
Voor de geïnteresseerden: een bespreking van het
EERSTE (Royale de luxe),
DERDE (Hans Bekker) en
VIJFDE (Chris Van de Meerssche) deel is ook beschikbaar.