Lefranc is een van de creaties van
Jacques Martin, de man die ons in 2010 heeft verlaten (overlijdensbericht in de Standaard
hier). Deze scenarist/tekenaar heeft in 1942 onder het pseudoniem Jam zijn eerste strip gepubliceerd en daarna onder de naam Marleb nog verschillende andere reeksen. Marleb was een samentrekking van Martin en
Leblicq, waarmee hij in die periode samenwerkte.
In 1948 start hij dan in het
weekblad Kuifje de reeks
Alex en vier jaar laten in datzelfde tijdschrift de reeks
Lefranc. In 1953 trad hij toe tot Studio Hergé, waar hij mee heeft geholpen aan verschillende
Kuifje-albums. Deze periode heeft ongeveer 19 jaar geduurd en ondertussen is hij toch zijn twee reeksen verder blijven uitgeven, weliswaar op een laag pitje.
Andere helden van zijn hand zijn
Tristan,
Arno,
Loïs,
Keos,
Orion, ... De enige strip die zich in de 20ste eeuw afspeelde was Lefranc.
In 1998 sloeg het noodlot toe. Zijn zicht ging enorm achteruit en Martin was nog nauwelijks bekwaam om zijn strips zelf af te werken. Wel schreef hij nog vaak de scenario's. Hij moest op zoek naar mensen die zijn tekenwerk konden overnemen. Ondertussen zijn er al heel wat de revue gepasseerd.
Lefranc, want over deze strip gingen we het toch hebben, was een strip die qua tekeningen reeds lang in de handen van andere tekenaars lag, en deze maal kreeg
André Taymans, samen met
Erwin Drèze, nog eens een kans om de serie uit het slop te halen.
Het verhaal: we keren terug naar de jaren '50 van de vorige eeuw en komen midden in een uitreiking van de Oscars terecht. Deze wordt verstoord door twee leden van de Kerk van de Vergeving en het Geloof, een religie die zich totaal tegen de filmwereld, een poel des verderf, afzet. Er gebeuren hierna nog ettelijke aanslagen op leden van de filmwereld en Lefranc vermoed dat de leider van deze sekte, Eerwaarde Blackstone, hier wel eens achter zou kunnen zitten. De achtervolging kan dus beginnen.
Het verhaal is zwak. Heel zwak. Weinig geloofwaardig. Het plot is voor de aandachtige lezer reeds snel bekend en de actiescènes zijn slaapverwekkend. De reeks Lefranc is op dit gebied jammer genoeg niet aan zijn proefstuk toe. Van de laatste delen kan je niet zeggen dat ze de schwung en de creativiteit van de eerste delen evenaren. En dit is los van de statische tekenstijl van Taymans. Die is genoegzaam bekend en mag ons niet storen in het verhaal.
Ook de flauwe grap die Taymans hierin toevoegt draagt niet bij tot het verhogen van het niveau. Een opschrift boven de inrit van de filmstudio met 'Metro
Baldwyn Mayer", weliswaar met een Y, karakteriseert de humor in dit verhaal.
Het blijft een jammerlijk feit dat een reeks met zoveel mogelijkheden langzaam aan het doodbloeden is. Het heeft nochtans alles om een topper te zijn. Alle ingrediënten zijn aanwezig om deze strip tot een niveau van een topreeks te brengen. Alleen mist het dus een goede basis en een scenario dat niet als los zand aan elkaar zit. Jacques Martin had sneller moeten ingrijpen. Nu is dit niet meer mogelijk. :(