tekst: Neil Gaiman
tekeningen: Dave Mc. Kean
genre: een modern sprookje, een getekende droom
Twee kunstenaars dromen hetzelfde sprookje, de een vertelt die droom met woorden en de ander met beelden. In moderne sprookjes ontmoeten we geen trollen, reuzen of ridders zonder vrees of blaam, maar maken superhelden (of –heldinnen) en superschurken de dienst uit.
Voor de dromer zijn de belevenissen reëel en ik moet iets van die realiteit prijsgeven, waarmee ik hopelijk de droom voor de lezer niet verstoor.
Philip (Phil) Sylvian: Botanicus, bioloog, gedreven geleerde, idealist en een goed mens.
Susan Linden: In Phils jeugdjaren diens buurmeisje en vriendinnetje. Susan heeft een gouden hart maar haar vader is het tegendeel.
Lex Luthor: Topcrimineel, lijdende macht in de mondiale georganiseerde misdaad.
Carl Thorne: Voormalige rechterhand en klusjesman van Lex Luthor, een man zonder geweten.
Phil heeft zijn leven gewijd aan de wetenschap. Susan Linden trouwt met Carl Thorne, waarvoor ze weldra moet vluchten, net als vroeger voor haar vader. Susan zoekt bescherming bij haar buurjongen van weleer, maar Carl slaagt erin haar op te sporen en te vermoorden. Phil neemt genetisch materiaal van de dode Susan en gebruikt dat voor zijn botanische experimenten. De op deze wijze ontstane bloemvrouwen hebben eigenschappen die geen enkele superheldin zouden misstaan. Ze kunnen vliegen en verbazingwekkend veel verdragen, maar ze zijn niet onverwoestbaar. De bloemvrouwen hebben kennelijk de inborst geërfd van hun geestelijke vader en genetische moeder want, net als hun illustere strip- en filmvoorbeelden, kiest het eerste exemplaar voor een loopbaan als misdaadbestrijdster en gaat vermomd het gevecht aan met Lex Luthor. De laatste heeft het spelletje door en gaat op jacht naar de bloemvrouwen, want hij ziet in hen nieuwe kansen op de financiële en criminele markt.
Ondertussen heeft Carl ook Phil Sylvian de dood ingejaagd, waarbij de laatste twee bloemvrouwen op de vlucht slaan. De oudste van de twee is duidelijk op zoek naar bewustwording en probeert informatie over hun schepping te achterhalen. Tijdens deze queeste krijgt ze in Gotham City hulp van niemand anders dan Batman. Om gegevens te achterhalen begeeft ze zich in de naargeestige onderwereld van de psychiatrie, waarbij haar de weg gewezen wordt door de hoedenman uit ‘Alice in Wonderland’.
De gebeurtenissen brengen ons naar het Amazonegebied waarbij Lex Luthors knokploeg en, incognito, Carl Thorne op jacht zijn naar de laatste twee bloemvrouwen.
Het verhaal is zeker origineel, maar desondanks niets bijzonders in de fantasievolle wereld van de superhelden. Het is de verteltrant die deze strip buitengewoon maakt. De tekst geeft slechts de meest noodzakelijke informatie en beperkt zich voor een zeer groot deel tot de plantgedachten van een bloemvrouw die probeert zichzelf te begrijpen. De fabelachtige tekeningen vullen weliswaar aan, maar de lezer moet echt goed kijken om te begrijpen hoe het verhaal zich ontwikkelt. Deze mistige vertelwijze roept de illusie van een droom op. Net als in een droom schuiven de beelden voorbij en je neemt slechts waar. Tussen de grijze tekeningen is opeens en zonder reden het bier in een glas geel of verschijnt er elders kleur zonder enige betekenis. Je kijkt naar die beelden met dezelfde verwondering als de bloemvrouwen de wereld om zich heen beschouwen, zonder deze te begrijpen.
De tekeningen doen mij soms denken aan aquarellen en dan weer lijkt het pastelwerk. Volgens mij is naast het potlood ook de pen gebruikt. De kleuren zijn buitengewoon; mooi maar nooit vrolijk (het is ook zeker geen leuk verhaal). Er is dikwijls een soort spattechniek gebruikt, waardoor de beelden enigszins wazig worden en het droomeffect wordt versterkt.
Het eind blijft eveneens onzeker als een droom waaruit je maar niet kunt ontwaken.
Ik ben steeds op zoek naar de krenten in de pap. ‘Black Orchid’ is een zwarte diamant.
Geplaatst op 28/05/2010
Citeren