In de zomer van 1996 was ik tien. Ik herinner me de beelden nog, op een klein tv’tje in een vakantieappartementje in de Alpen. Twee meisjes in tranen. Heel veel politie. Foto’s van vreemde mannen. Het was de avond voor we weer naar huis vertrokken, en in de dagen die volgden, thuis in België, werd de impact van die beelden steeds zwaarder. Flarden van het radiojournaal deden de zaak in mijn kinderhoofd groeien tot gruwelijke proporties. Op de televisie graafmachines, nog meer foto’s, een ineengedoken man die een gebouw werd binnengeleid. Woedende en wenende mensen.
Mijn kinderlijke inschatting bleek te kloppen. Ook al liepen een aantal grootse complottheorieën dood, toch zullen de ongekend wrede gebeurtenissen van de zaak Dutroux nog heel lang een litteken op de ziel van een natie blijven. Op die dag in augustus 1996 veranderde de betekenis van ‘kind zijn’. Het idee van een onbevangen jeugd leek voorgoed aangetast.
Uiteraard bleek dit vooral een mentaal breekpunt te zijn: problemen van kindermisbruik in de breedste zin van het woord zijn van alle tijden, maar blijkbaar was het de gruwel van Dutroux die het thema uit het stilzwijgen had gehaald. In de nasleep ervan kwam heel wat aan de oppervlakte van wat tot dan toe in de donkere plooien van familiegeschiedenissen en verdrongen jeugdherinneringen was weggeborsteld. Er kwam voor een stuk een eind aan de vanzelfsprekende stilte die tot dan heerste, wat op zich een goede zaak is. Zopas stak een nieuwe storm van onthullingen binnen de katholieke kerk op, en weerom komen een aantal oude trauma’s boven water. Ongetwijfeld zijn er nog steeds een heleboel schandalen die nooit het daglicht zullen zien, maar op vijftien jaar tijd is er gelukkig al een hele vooruitgang. Enkel door aan elk geval van kindermisbruik de nodige aandacht te geven, kan het hele probleem misschien ooit uitgeroeid worden.
In 1994 publiceerde de Brit Bryan Talbot het eerste deel van ’The Tale of One Bad Rat’, waarin hij het verhaal vertelde van het tienermeisje Helen, dat wegvlucht van haar liefdeloze moeder en het misbruik van haar vader, en alleen op straat belandt. Samen met haar rat volgt ze het pad van haar idool Beatrix Potter, de in het Verenigd Koninkrijk erg bekende schrijfster en tekenares van de kinderboekjes van Peter Rabbit (Pieter Konijn). In 1996 won het boek een Eisner Award.
Hoe schrijnend het verhaal ook mag zijn, om een of andere reden sneed het boek minder diep dan ik verwacht had. Dat kan aan algehele harteloosheid mijnentwege liggen, maar vermoedelijk heeft het meer te maken met eelt op mijn ziel. Ik heb de tijden waarin dit thema onder de mat geveegd werd, niet al te bewust meegemaakt, en het klokkenluiderseffect dat het boek in 1994 ongetwijfeld had, is (gelukkig) niet meer aan de orde. Sommige scènes lijken wat geforceerd en ook de (naar model gemaakte) tekeningen doen, onder meer door de fletse inkleuring, ietwat gedateerd aan.
Desalniettemin blijft, zoals blijkt uit het nieuws van de laatste weken, ‘Het verhaal van een slechte rat’ ook in 2010 (helaas) meer dan relevant, en alleen al daarom is het een belangrijk boek.
Geplaatst op 18/05/2010
Citeren