Om de zoveel tijd verschijnt een strip die in opdracht van de Europese overheid - de commissie, het parlement, wat dan ook - wordt geproduceerd. De vorige,
Troebel Water, werd een paar jaar geleden gemaakt door enkele auteurs die toch wel enige bekendheid genieten in de stripwereld. Helaas was het resultaat toch bedroevend.
Verborgen Ramp, de nieuwste uitgave in deze serie educatieve strips (of moeten we propagandastrips zeggen?), werd blijkbaar gemaakt door een Belg, met de naam Erik Bongers. Hoe ze bij hem terecht zijn gekomen weet ik niet, want ik had nog nooit van hem gehoord, en behalve een bijdrage aan
Pulp Deluxe Offline heb ik geen weet van andere publicaties, wat me doet vermoeden dat meneer Bongers zijn brood verdient als ghosttekenaar die allerhande opdrachtwerk doet waar vaak zijn naam niet op vermeld wordt. Of misschien is hij een anonieme studiomedewerker?
Maar laten we het over Verborgen Ramp hebben. Dit album werd dus in opdracht van één of andere Europese overheidsdienst gemaakt en vervolgens op niet minder dan 300.000 exemplaren in tal van talen geproduceerd, in hardcover nog wel. En hoewel de productiekosten van het album, € 0,75 per stuk, uiteraard ontzettend meeviel, bleek, door de hoge oplage, het gespendeerde bedrag voldoende hoog om een politieke rel te ontlokken in het Europese parlement, uiteraard pas nadat de kosten onherroepelijk gemaakt waren en de strips er effectief lagen. Daarmee is echter nog niet alles gezegd. De strip kan immers door Jan en alleman - dus ook door mij - gratis besteld worden op een website, met gratis verzending er bovenop. Leuk, nu weten we meteen waar ons belastinggeld aan gespendeerd wordt. Maar is dat geld ook goed gespendeerd, dat is uiteraard de hamvraag.
Hoewel Erik Bongers dus voor mij een nobele onbekende is, hadden ze duidelijk een slechtere tekenaar kunnen vinden, al is zijn tekenwerk minder goed dan je op het eerste zicht zou denken. Bij nadere inspectie blijkt hij verschillende fouten meermaals te maken. Voorhoofden zijn vaak te klein (de ogen liggen in veel van zijn tekeningen niet halverwege het hoofd) en de onderkant van de kin ligt meestal te dicht bij de mond, waardoor alle gezichten er wat uit zien als die van bavianen. Verder tekent hij bij driekwartaanzichten niet genoeg golving aan de ogen, met een uitstekend jukbeen er onder, waardoor de ogen wat lijken uit te puilen. En die ogen zijn eigenlijk ook wat te groot getekend. Om maar te zeggen dat gezichten tekenen niet zijn sterkste kant is. Verder zien de personages er ook bijzonder houterig uit, vaak lijken ze wel vastgeroeste gewrichten te hebben. Emoties hadden hier en daar toch wat overtuigender gemogen.
Misschien is hij beter in het tekenen van decors, zou je denken? Wel, houterig kan je die niet noemen, statische dingen zijn dat van nature, dus dat valt al goed mee. Maar de beelden die spectaculair bedoeld zijn hebben toch niet de beoogde impact.
Ook de dieptewerking van zijn tekeningen is beperkt, vooral door gebruik van eenzelfde pendikte voor zowel voor- als achtergronden, en een zeer beperkt gebruik van zwart voor schaduwen.
De inkleuring bestaat voornamelijk uit kaki groen, kaki bruin, kaki geel en andere varianten van hetzelfde, op enkele bijzonder flashy paars geklede mensen op de laatste 2 pagina's na, het lijkt wel het gevolg te zijn van een of andere inside joke die me geheel ontgaat. Nu, ik begrijp wel dat een album met een dergelijk thema (daar hebben we het later over), niet te fleurig moet ingekleurd zijn, maar dit is wel zeer eentonig, en saai. Bij deze wil ik ook nog een specifieke tip geven aan aspirant-inkleurders: als een personage zijn mond open heeft, kleur de binnenkant van die mond dan in met een andere kleur dan de huid, bij voorkeur een donkerdere kleur, in de mond is immers meestal een schaduwval aanwezig.
OK, genoeg gemekkerd over de tekeningen. Dit album is immers bedoeld om een boodschap over te maken aan de nobele lezer. Wel, dat hoop ik toch, want de opdrachtgevers zijn niet in de business van het maken van ontspannende stripjes voor ons vertier, dacht ik. En als dat wel zo was, dan slaan ze de bal wel grondig mis, want dit album is slaapverwekkend. Het telt slechts veertig pagina's, en toch heb ik er drie dagen over gelezen. Ik lees steeds voor het slapen gaan, en ik was wel al enigszins moe, maar ik viel telkens prompt in slaap van zodra ik dit album opensloeg en een halve pagina ver was. Ik heb me er dus echt moeten doorworstelen. Niet dat het ZO slecht geschreven is, maar het kan gewoon geen moment boeien.
Even het verhaal schetsen: ergens ter wereld, in Borduvia (het lijkt wel op Borduria, een fictief land uit Kuifje) heeft een aardschok nogal wat ravage aangericht (tiens, dat is wel opvallend actueel) en de dienst Echo, een dienst van de Europese Commissie voor humanitaire hulp, overlegt wat ze kunnen doen om te helpen. Er zijn echter politieke strubbelingen in het land, en de rebellen dreigen efficiënte hulp in het berggebied te belemmeren. Eén van de medewerksters van Echo wordt eropaf gestuurd om de situatie te gaan ontmijnen. Je kan al raden wat er volgt, en het vervolg van het verhaal is dus een - letterlijk, in mijn geval - slaapverwekkende uiteenzetting van wat voor goed werk de Europese Commissie in dergelijke noodgevallen wel verricht. Fantastisch.
Over dit verhaal of de uitwerking ervan is duidelijk niet lang nagedacht, en er wordt meer aandacht besteed aan het vertellen van faits divers die niet van wezenlijk belang zijn, dan aan het uitbouwen van een boeiende plot. Bijgevolg worden lastige situaties vlug-vlug afgehandeld, en blijken de lastigste onderhandelaars steeds te overtuigen met non-argumenten. Makkelijk, moest het steeds zo lopen.
Dus, om het nog eens duidelijk en met een voor de hand liggende woordgrap samen te vatten: deze ramp is helemaal niet zo verborgen, ze is duidelijk voor eenieder die het album ooit in zijn handen krijgt, laat staan leest. Verspil je tijd er niet aan, en zorg niet voor nodeloze verzendingskosten voor onze overheden, ze kunnen het geld beter spenderen aan noodhulp.