Ik ben een laatbloeier en ontdekte pas laat wat voor een rijkdom je wel kan vinden in die boekjes met plaatjes waar de vroegere onderwijzer op neer keek. Telkens als ik wat tijd vrij krijg van Werk, Vrouw, Kinderen en andere "verplichtingen", ontsnap ik even uit de realiteit en duik in de ongekende diepten van stripwinkels en bibliotheken. En wat is het goed om een late bloeier te zijn, ik kan geen blik werpen zonder op zijn minst drie kunstwerkjes te raken. Een kind in een snoepwinkel. Helaas zijn dergelijke momenten zeldzaam en is het meestal een race tegen de tijd. Dan haast ik mij door de rekken en wat er uitblinkt, heeft prijs.
Het Kind van Het Onweer blinkt alvast. De bib had een luxeuze hardcover liggen en die stak wel wat boven de rest uit. Je zag onmiddellijk dat de cover getekend werd door iemand die goed kon toveren met zijn stiftjes, potloden en verf. Als de cover zo goed was als het verhaal, dan zat dit alvast snor.
De cyclus brengt het verhaal van Laïth, een wees die als baby gevonden wordt door een jager van de Däfow clan. Laïth zit dan nog steeds met de navelstreng verbonden aan zijn dode moeder wiens bovenlichaam zo goed als verkoold is. Naast het lichaam vindt de jager een aantal vreemde rode stenen, het enige dat Laïth later zal ontvangen als herinnering aan zijn moeder.
En zo is de toon gezet. De eerste cyclus vertelt hoe Laïth een vreemde kracht in zichzelf ontdekt, hoe het ongeluk hem volgt en hoe het lot hem steeds weer dichter bij zijn oorsprong brengt. Langs deze weg ontmoet hij menig figuur en komen we ook zo nu en dan wat te weten over het land en zijn machthebbers. Ook zij spelen een belangrijke rol in het lot van Laïth. Het verhaal stelt echt niet teleur en toont veel potentieel. De mysteries stapelen zich op en er wordt slechts zelden een tip van de sluier opgelicht.
Wat onmiddellijk opvalt, is de "rijke" tekenstijl. Elk blad is een collectie van zes à acht plaatjes zonder een spikkeltje wit. Elk detail wordt mooi uitgewerkt en de illusie is zowaar perfect: nergens werd ik even terug in de realiteit getrokken door een foutje of een perspectief dat me niet lag. Mijn respect alvast voor Didier Poli die instond voor tekeningen en inkleuring. En of dat nu de normale gang van zaken is, weet ik niet, maar volgens mij zie je dat ook aan de platen. Die zijn opgebouwd van de grond af en door 1 artiest uitgewerkt. Je kunt er zo een paar uitsnijden en aan je muur hangen. De stijl deed me bij tijden wel eventjes aan Disney denken, maar dan een Disney uit een alternatief, donker, grauwer en gruwelijker universum. Wat me ook opvalt, is dat de tekenaar een zeer goed gevoel voor lichtinval heeft, en dat speelt hij dan ook terecht uit. Vele pagina's zijn duister en worden opgelicht door een specifieke lichtbron, Poli werkt die echt zeer mooi uit.
Al bij al een afgewerkte en onderhoudende eerste cyclus, al stoorde die lichte disney stijl me bij de tweede passage, ze was me de eerste keer niet opgevallen. Noch was het me, tot wel halverwege in het eerst boek, opgevallen dat de mensen eigenlijk geen mensen zijn maar eerder een soort katachtigen. Deze voorbeelden alleen al zouden moeten volstaan om aan te tonen dat deze strip je echt wel meesleept in zijn wereldje.
Ik heb zonet het derde en laatste deel van de eerste trilogie gelezen en het jeukt of wringt nergens. Dat wordt een trilogie voor de collectie.
Geplaatst op 08/03/2010
Citeren