Millennium 1: De honden van god

Hoe zou je een strip als deze moeten karakteriseren? Binnen een duidelijk historisch kader wordt een mixture van legende, sage en sprookje opgediend, dat bovendien is gelardeerd met diverse griezelelementen. De duistere Middeleeuwen, de geheimzinnige R.K. Kerk, heksen, tovenaars, vampiers en luchtgeesten, moord en verkrachting zijn de ingrediënten voor een verhaal, dat dicht in de buurt van de fantasy komt. De schrijver zet ons direct al op het verkeerde been en begint in de herfst van het jaar des heren 997, toen het elf maanden geleden was dat Hugo Capet teruggekeerd was uit het rijk der doden. Een paar bladzijden verder wordt doodleuk verteld dat zijn zoon Robert was gestorven. In werkelijkheid overleed Hugo Capet in 996 en werd opgevolgd door Robert de Heilige. Ik neem de geschiedenis serieus (een groot deel van mijn actieve loopbaan werd door de geschiedenis beheerst), maar ik vind ook dat de fantasie geen grenzen kent. Wat een schrijver ook bedenkt, hij mag zijn publiek nooit vervelen of irriteren. Dat laatste kan gebeuren wanneer de geloofwaardigheid ontbreekt. Fantasiefiguren zoals feeën en tovenaars bestaan niet, maar ze moeten zo overtuigend zijn neergezet dat ze letterlijk ons geloof waardig zijn. In een imaginaire wereld is dat betrekkelijk eenvoudig, maar om binnen onze historische werkelijkheid fantasieën overtuigend neer te zetten is veel moeilijker. Tot nu toe is Richard D. Nolane daar goed in geslaagd.

Een goed verhaal met goede tekeningen levert gewoon een goede strip op. Afwachten of de overtuigingskracht ook in het volgende deel gehandhaafd wordt.

Ik vraag me af hoe de schrijver aan 'de honden van God' komt. Volgens mij was dat een scheldnaam voor de orde der Dominicanen (dominus betekent heer en canis is hond), die overigens pas in 1215 werd opgericht. De honden zijn hier de monniken van Cluny. De geschiedenis wordt hier voortdurend geweld aangedaan, maar wie maalt daarom als daar een goed en spannend verhaal uit voortkomt?
Geplaatst op 21/05/2006 Citeren
Avatar
Hans Bekker
Geplaatst op 21/05/2006