genre: sprookje
Na ruim drie kwart van deze strip te hebben gelezen kwam onderstaand gedicht van P.N. van Eyck onweerstaanbaar in mij boven.
Een Perzisch edelman:
Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan.
Vóór de avond nog bereik ik Ispahaan.
Van middag – lang reeds was hij heengespoed –
Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.
‘Waarom,’ zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
‘Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?’
Glimlachend antwoordt hij: ‘Geen dreiging was ‘t,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan,
Die ‘k ’s avond halen moest in Ispahaan.
Magere Hein is door Cyril Pedrosa vervangen door drie schimmen, die uiteindelijk drie ongevleugelde doodsengelen blijken te zijn. Deze schimmen verschijnen onverwachts in de verte, duidelijk zichtbaar voor Louis, zijn vrouw en hun zoontje Joachim; de dreiging wordt aanvankelijk alleen gevoeld maar niet begrepen. In de stad woont een oude wijze vrouw; op haar deur is de volgende vertrouwenwekkende tekst te lezen: ‘Suzette Pique, Pijnlijke bevallingen, muizenissen, welwillend oor’. Louis’ echtgenote besluit Suzette te raadplegen en begrijpt dan dat haar zoontje ‘geroepen’ wordt. Louis echter wenst de werkelijkheid niet onder ogen te zien en slaat met Joachim in zijn armen op de vlucht.
Het lijkt allemaal zwaar op de hand, maar toch is deze strip van het type ‘eind goed, al goed’. Laat u niet weerhouden door het serieuze onderwerp, de strip leest als een trein.
Er worden geen grappen gemaakt over de dood, maar er is wel een milde humoristische ondertoon. De tekeningen zijn zwierig en elegant, waardoor het verhaal nergens somber is. Kijk eens goed naar de laatste 5 bladzijden: dat zijn geen door ziekte of ouderdom scheefgegroeide bomen, maar eerder als boom vermomde heupwiegende danseressen.
Op een eenvoudige, bijna amusante en zeker artistieke manier wordt een oude wijsheid verbeeld en verwoord:
De dood komt toch, het is dus beter hem te aanvaarden. Vecht niet tegen het onvermijdelijke, maar geniet van wat je is toegemeten. Je weet niet te leven als je niet weet te sterven.
NB. De lengte van deze recensie staat in geen enkele verhouding tot de kwaliteit van dit stripboek; in dat geval zou deze tekst minstens zeven keer zo lang zijn geweest.
Geplaatst op 15/12/2008
Citeren