PandoraBox

Indertijd kreeg ik in de stripwinkel een folder over een nieuwe serie, waarvan het eerste deel spoedig zou uitkomen. Ik heb de folder helaas niet bewaard, maar die was voor mij wel aanleiding om de serie aan te schaffen. Ik kan me nog wel herinneren dat in die folder koning Boudewijn werd aangehaald, maar zijn woorden kan ik niet exact reproduceren. Het kwam echter op het volgende neer: De techniek en kennis van de huidige tijd maakt een morele herbezinning noodzakelijk. De indruk werd gemaakt dat de strip aan die gedachte gestalte zou geven. Het idee om eerst aan elk van de 7 hoofdzonden (ontstaan in de R.K. Kerk tijdens de Scholastiek en stuk voor stuk terug te voeren op de bijbel) een strip te wijden, gevolgd door een 8e deel 'De hoop' (uit 'De doos van Pandora', een zeer oude Griekse mythe), leek mij een voortreffelijke aanpak. Wat mag men, naar mijn mening, verwachten?
Het Christelijke begrip 'zonde' is wat achterhaald, maar voorbeelden van het kwaad dat de hoofdzonden vertegenwoordigen binnen het kader van de moderne tijd, zullen de lezer geboden moeten worden. Aan het eind zal gewezen dienen te worden op huidige ontwikkelingen, die dat kwaad kunnen beteugelen en waaruit de mens hoop kan putten.
Strips zijn over het algemeen luchtig van karakter en meestal alleen bedoeld voor verstrooiing, maar een probleemstelling als eerder beschreven kan moeilijk een vrolijk verhaal opleveren. Een strip met de 'ethiek' als onderwerp zal geen groot publiek trekken en er is dan ook durf nodig om aan zo iets te beginnen. Dat laatste geldt voor de schrijver en de uitgever.

deel 1, hoogmoed of trots

In een origineel verhaal over een gefingeerde president van de Ver. Staten wordt het kwaad getoond. In dit geval gaat het om het gewetenloos handelen rond een menselijke kloon, terwijl ook de praktijken rond de presidentsverkiezingen een toonbeeld zijn van morele verloedering. De knappe intrige richt zich op de president, waardoor het sommige lezers misschien zal ontgaan dat het de klonerende arts dr. Turbid is die zich aan de hoogmoed bezondigt. Dit eerste deel beantwoordt in alle opzichten aan zijn doel.

deel 2, luiheid of ledigheid

In het tweede deel vertelt Alcante een boeiend verhaal rond een groot sportman. Het kwaad wordt duidelijk in beeld gebracht door middel van de wraakzuchtige broer van de sportheld en diens criminele activiteiten. Helaas van luiheid is nergens sprake. Een atleet die zijn hele leven keihard getraind heeft en pas na ernstige fysieke tegenslag en door het smerige spel van zijn broer tot dopinggebruik wordt verleid, en ook dan nog hard moet werken, kun je echt geen luiheid verwijten. Het is bedrog waaraan de sportman zich schuldig maakt, maar dat hoort niet bij de 7 hoofdzonden. Bovendien wordt de hoofdpersoon te sympathiek beschreven om een overtuigende zondaar te zijn. Desondanks, het is een goed verhaal met een mooi tempo en een verrassende ontknoping.

deel 3, gulzigheid of vraatzucht

Alcante leunt bij dit verhaal wel wat erg zwaar op de BSE-affaire, maar hij beschrijft alles realistisch en zorgt voor een onverwachte afloop. Een kalfje dat afgemaakt dreigt te worden speelt in de media een belangrijke rol; het daaruit voortkomende knuffelbeest, als wansmakelijke commerciële uitbuiting van een nationale ramp, vind ik een vondst die door de dagelijkse realiteit wordt ondersteund.
Dankzij Dupré is deel 3 als beeldverhaal het meest geslaagd; de tekenaar levert op enkele bladzijden zelfstandig commentaar op de gebeurtenissen.
De zondaar is hier het Franse volk dat model staat voor de hele Westerse samenleving. De vraatzucht en de daarmee samenhangende ontsporingen van de bio-industrie worden genadeloos in beeld gebracht, extra schrijnend door de tegenstelling met de armoede elders op aarde.
Ook dit derde deel is een goed voorbeeld vaan een hoofdzonde in moderne vorm, waarbij de auteurs duidelijk blijk geven van hun afkeuring.

deel 4, wellust of onkuisheid

Een ander woord voor de wellust als hoofdzonde is 'onkuisheid', een begrip dat, in deze tijd en in dit deel van de wereld, bijna lachwekkend aandoet. Na de seksuele revolutie, nu alles moet kunnen, is er moed nodig om seks als kwaad voor te stellen.
Alcante levert in dit geval twee verhalen in een. In het eerste verhaal is de hoofdpersoon zelf geen wellusteling en overtuigt dan ook niet als bedrijver van het kwaad. Hij is eerder beklagenswaardig omdat hij psychisch in de problemen komt door de dood van zijn geliefde, die overlijdt aan de bekende overdosis.
In het nevenverhaal maakt een jonge vrouw via internet een afspraak in een hotel om met haar chatlover seks te bedrijven. De chatter blijkt haar vader te zijn. Deze plot ben ik al twee keer op televisie tegengekomen en dat valt me van Alcante zwaar tegen. Als je het toch over de zonde hebt, dan lag hier een kans, maar vader en dochter komen zover niet.
Alcante toont het kwaad niet want, in tegenstelling tot het vorige deel, durft hij geen stelling te nemen. Wel weet hij aansluiting te vinden bij de moderne techniek. De hoofdpersoon is producent van virtuele seks en Alcante beschrijft alvast de cybersex van de toekomst. Dit zou angstwekkende beelden kunnen oproepen zoals Aldous Huxley deed in 'Brave New World': een mensheid rustig en dom gehouden door middel van genot en afgezakt tot volstrekte geestelijke inactiviteit, het kwaad in optima forma. Helaas de kans wordt niet benut. Het vierde deel is een mislukking.

deel 5, hebzucht of gierigheid

John Midas (zonder ezelsoren) is een bijzonder geslaagd man binnen het geldwezen met een eigen maatschappij, waar het geld blijft binnenstromen. Hij behoort tot de rijkste mensen ter wereld met de daarbij horende macht. Midas is weliswaar een echte speculant, maar wel een met verstand, die als een echte stuntman zijn financiële acties minutieus voorbereidt. Zijn intelligentie gaat gepaard met een groot gebrek aan scrupules. De lezer is getuige van corruptie op mondiaal niveau waarbij de belangen van de simpele burger geen rol spelen. Obscure wapenhandel, omkoping, politieke fraude, noem maar op. Ja, het kwaad is volop aanwezig. Maar waar is de hebzucht? Wie kan niet loskomen van zijn bezit? Als het regent en het partijtje golf dreigt te mislukken, laat Midas een speciale vlucht van New York naar de Bahama's regelen waarbij niet op de centen wordt gelet. Aan de inrichting van zijn kantoor is ook niet te zien dat er bezuinigd wordt. In het geheim financiert hij de maatschappij van zijn dochter, die kredieten verstrekt aan arme boeren in Brazilië. Je kunt Midas een bedrieger noemen, belust op macht, maar hebzuchtig?
Alcante denkt kennelijk dat hebzucht de enige motivatie is voor bankmanagers, internetbrokers en beleggers, en dat het voldoende is zo iemand ten tonele te voeren om deze hoofdzonde te tonen. Hoe onwaar dit is laat hij blijken als hij Midas de volgende woorden in de mond legt: Verdorie, dat een idioot die achter een bal aan rent miljoenen verdient, stoort je niet. Idem, voor een rapper die brult 'vasectomize the cops'. Maar als je de kost verdient in het geldwezen, is dat wat anders. Binnen het kader van de strip is ook dit deel een miskleun.
Het melodramatische einde, maar daar kan men anders over denken, maakt alles er niet beter op.

deel 6, afgunst of nijd

In een uitstekend sciencefictionverhaal laat Alcante ons zien hoe van boven af de burger gemanipuleerd wordt. Mr. Almighty heeft de beschikking over androïden, waarmee hij zijn macht in alle geledingen van de maatschappij bevestigd ziet. Een goed bedacht verhaal, dat herinneringen oproept aan die geweldige robotromans van Isaac Asimov. Maar waar blijft de afgunst? Wie handelt er uit nijd? In een wereld waar kinderen elkaar vermoorden om een paar merkschoenen weet Alcante geen voorbeeld van afgunst te vinden. In zijn verhaal stoot ik op machtsmisbruik, hoogmoed, een volslagen gebrek aan respect voor de medemens, maar de afgunst is nergens te vinden.
De schrijver toont zijn capaciteiten met een sterk verhaal, dat mogelijkheden te over biedt tot ethische en zelfs existentiële vraagstellingen, die binnen het kader van deze strip best aan de orde hadden kunnen worden gesteld, maar ze bleven achterwege. Buiten dit project was 'De afgunst' met een andere titel, gewoon een goed album geweest. Als voorbeeld van de genoemde hoofdzonde is het een volledige mislukking.

deel 7, woede of razernij

Alcante weet weer een goed verhaal op te dissen met een goede plot, die direct aansluit op het vorige deel. De relatie met de moderne techniek is in dit verhaal evident en de rampzalige afloop is geheel en al het gevolg van de hoofdzonde woede. De zondaar is een gewone man van goede wil, die alles doet om het leven van zijn zwaar gehandicapte zoontje dragelijk te maken en te beschermen. De machinaties van de gewetenloze mr. Almighty zijn er de oorzaak van, dat het zoontje door een commando wordt neergeschoten. In zijn woede drukt hij de knop in die leidt tot de verspreiding van dodelijke bacteriën en de dood van ruim 2 miljoen mensen. Als het gaat om het tonen van het kwaad, zal de vinger van de meeste lezers gaan naar de maatschappij van mr. Almighty met alle geheime geldverslindende wapenprogramma's. De man aan de knoppen, de papa zonder naam, zal door de meesten als slachtoffer worden gezien.
Alcante heeft zich de aard van de 7 hoofdzonden niet gerealiseerd. Waarom zijn moord, diefstal en bedrog geen hoofdzonden? Elk van de 7 hoofdzonden vertegenwoordigt niet zozeer het kwaad of de zonde, maar een gesteldheid of mentaliteit die tot de zonde leidt. Als men de afgunst niet de baas is, kan dat zelfs moord tot gevolg hebben en zo is het ook met trots, wellust enz. Een oud spreekwoord 'Ledigheid is duivels oorkussen' maakt dit eveneens duidelijk. Met name de onkuisheid werd als een bron van kwaad gezien. De razernij die in dit zevende deel tot een ramp leidt, toont precies datgene waarvoor de leer van de 7 hoofdzonden waarschuwt. Dat papa woedend wordt is geen zonde, maar het drukken op de knop met alle gevolgen vandien wel. Ik zeg niet dat ik dit alles een goed en logisch onderbouwd ethisch stelsel vind, maar zo dacht men er ongeveer 1.500 jaar geleden in het Katholieke Europa over.

deel 8, hoop

Terugrijpend op het eerste deel en het vorige als vertrekpunt komt Alcante met een verhaal, dat zich laat typeren als 'eind goed al goed'. Was het maar waar.
In de vorige delen is een maatschappij geschetst, waar de meeste lezers niet op zitten te wachten. Toepassingen van wetenschap en techniek die aan het denken zetten. Leiders en bestuurders van bedenkelijk allooi. Een burgerbevolking die dom gehouden wordt. Moreel vertegenwoordigt de geschetste staat geen hoogtepunt. Er is alle reden om hoop te bieden.
Ik heb de hoop niet kunnen vinden en ik heb goed gelezen. Toch niet die boreling aan het einde? Toch geen nieuwe Messias?



In alle delen treedt het Lot op in de gedaante van een oude blinde bedelares. Ik vind dit een goede vondst, maar het is jammer dat Lots optreden in de meeste delen zo weinig om het lijf heeft. Juist zo'n figuur geeft de mogelijkheid voor commentaar dat hout snijdt. Alcante schrijft goed maar hij mist de kennis en diepgang die voor het hier gekozen onderwerp nodig is.
In deel 2 noemt deze bedelares zichzelf 'ouwe vent'. Uitgevers zouden meer op dit soort slordigheden moeten letten.

De eerste drie strips verwijzen duidelijk naar recente gebeurtenissen:
deel 1. De nek-aan-nekrace tussen George Bush en Walter Mondale.
deel 2. Het dopingschandaal rond Ben Johnson.
deel 3. De BSE-affaire in Engeland.
Ik merkte dat een recensist zich hieraan stoorde en dit kennelijk ziet als een gebrek aan originaliteit. Inspelen op de actualiteit is een bepaalde werkwijze die, ook bij deze strip, de geloofwaardigheid onderstreept. Het is mij onduidelijk wat daar mis mee is.
Dezelfde recensist vond de verhalen te voorspelbaar. Wel, als ik de oplossingen binnen de plots van Alcante kon voorspellen, was ik allang schrijver geworden. De voorspelbaarheid komt voort uit de opzet van de strip, maar dat is evenmin reden tot verwijt.

De tekeningen. Laat ik kort zijn. Realistische tekeningen waar vakmatig weinig op aan te merken is, maar het lijkt of alle tekenaars op dezelfde school hebben gezeten en dezelfde leraar hebben gehad. Iets persoonlijks of een stilistisch interessant kenmerk viel niet te ontdekken. Is er soms afgesproken dat het allemaal op elkaar moest lijken? Het feit dat bij de illustraties de computer is gebruikt is van deze tijd, maar de inkleuring heeft hier weinig goeds opgeleverd.
Plaat 8 en 9 uit deel 3 zijn een voorbeeld van het verhalend vermogen van de tekenaar. Er zijn er wel een paar meer te vinden, maar in de hele reeks zijn er toch te weinig.

De gedachte was goed. Helaas, te hoog gegrepen. Men zou kunnen stellen dat de strip geen geschikt medium is voor een onderwerp als de ethiek. Ik ben het daar niet mee eens, maar Alcante logenstraft helaas mijn mening. Alcante heeft een grote fantasie en kan uitstekende intriges verzinnen; dat is voor deze strip echter niet genoeg.
Geplaatst op 05/04/2006 Citeren
Avatar
Hans Bekker
Geplaatst op 05/04/2006
Crew
Avatar Surya
13303
Amai, daar is aan gewerkt zeg. Heel erg bedankt Hans. Ik kan je bovendien op zowat alle vlakken bijtreden.
Geplaatst op 05/04/2006 Citeren
Avatar
Surya
Geplaatst op 05/04/2006