Als je de cover van het 14de album in deze reeks aanschouwt, nodigt het je uit om het album open te slaan. Cristina Mormile (Samoerai, Western Valley,…) weet als geen ander je te bekoren met haar knappe tekeningen waardoor je je in Japanse sferen waant. Ook de grootte van de pagina’s wordt maximaal benut door ze (bijna) volledig te vullen, waardoor de platen nog meer tot hun recht komen. Sla pagina 30 open en je weet meteen waarover ik spreek.
Ook het verhaal zit snor. Jean-François Di Giorgio (Sensei, Shaolin, Het goud van de dwazen,…) zijn voorliefde voor het Japan ten tijde van de Samoerai komt duidelijk naar voren in deze reeks. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er reeds enkele spin-off reeksen uitgekomen zijn.
Iets over het verhaal: onze Samoerai Takeo is op zoektocht naar zijn verloofde Sayuri. Daarbij is hij getuige hoe een groepje krijgers een man en vrouw aanvalt. De setting is meteen gezet, want de vrouw (Fumie) blijkt een grote rol te vervullen in het verhaal. Zij weet te vluchten; Takeo trekt met de man (Yugoro) naar het nabijgelegen dorp. Daar blijken de laatste tijd heel wat moorden te gebeuren, telkens volgens hetzelfde ritueel. Takeo hoort intussen dat Sayuri misschien in het kamp van de Ainoe bij de moerassen te vinden is, maar als hij daar komt gaat het van kwaad naar erger…
Wie is deze mysterieuze moordenaar? Wat is de rol van Yugoro in het verhaal? En vindt Takeo zijn verloofde terug?
Dit album geeft je het wat het belooft: knap getekende, Japanse zwaardactie in een leuk gekadreerd verhaal. En de snelle beslissers krijgen er nu een knappe ex libris bij, wat wilt een mens meer?
Geplaatst op 30/10/2021
Citeren