Heeft U zich al afgevraagd hoe zwaar recensenten van stripverhalen het te verduren krijgen? Nee? Lijkt het U allemaal rozengeur en maneschijn? Laat mij U dan snel uit Uw droom helpen: wij weten soms echt niet wat te schrijven!
Neem nu de integrale van Blueberry. We zitten ondertussen al aan het vierde deel. De vorige delen zijn al in het lang en het breed besproken. Iedereen weet al dat het een realistische westernreeks is, geschreven door JM Charlier en getekend door Giraud. Beiden zijn grootmeesters in hun vak. Bovendien maken de strips van Blueberry al 50 jaar lang deel uit van het onverwoestbare culturele patrimonium dat de Franco-Belgische strip van na wereldoorlog II is en zal blijven. Heren en dames van de Unesco, dit is echt werelderfgoed hoor!
In de tweede helft van de 20e eeuw was er nauwelijks een scenarist in staat om een beter avonturen verhaal te vertellen dan Charlier. Alleen kan ik na dossiers in 3 eerdere integrales van Blueberry, 7 van Tanguy en Laverdure, 8 van Roodbaard (de negende ligt klaar om te lezen) en 5 van de Beverpatroelje niets nieuws meer vertellen. En dan heb ik enkel maar de integrales die de laatste jaren in het Nederlands verschenen aangehaald. Uit deze opsomming blijkt natuurlijk wel de grote diversiteit van settings waarin Charlier uitblonk: piloten, piraten, scouts of western, de man draaide er zijn hand niet voor om. Avonturen in zwart Afrika (Tiger Joe) of biostrips (Surcouf, Mermoz) zijn dan wel niet in integrales verschenen, maar vormen net als Buck Danny een ander belangrijk element is 's mans oeuvre.
https://www.bedetheque.com/media/Planches/BlueberryP_18122002.jpgOok het werk van Giraud, en zijn alter ego Moebius, mag zich op hernieuwde interesse verheugen. Blueberry was 1 van zijn eerste stripreeksen en de in deze vierde bundeling opgenomen verhalen geven reeds blijk van een grote maturiteit. In Blueberry staat zijn stijl nog ver van deze van later werk zoals
De Incal af. In een latere westerncreatie van beide heren, Jim Cutlass, heeft de erg realistische tekenstijl zich al wat in de richting van John Difool verplaatst.
Het zeer interessante en goed geschreven dossier van Hugo Cassavetti wijst de lezer op veel details en een aantal technische aspecten. Het maakt dat je bij het lezen van een verhaal, en het kijken naar de plaatjes (een niet te onderschatten deel van de bezigheid van een stripliefhebber!) let op zaken die anders misschien aan je aandacht zouden ontsnappen.
Waar je het dossier niet voor nodig hebt is om te genieten van de verhalen. Giraud slaagt erin als geen ander om de dorre droogte en verzengende hitte weer te geven, terwijl zijn personages er zijn van vlees en bloed. Echte mannen (een zeldzame rol voor dames van lichte en andere zeden niet te na gesproken), vies en vuil, ongeschoren en zoals Cassavetti ook aanhaalt: ze stinken! Giraud slaagt er inderdaad in hun zweetgeur tot in je huiskamer te brengen. Niet bepaald een lentefris geurtje trouwens.
https://fischeroncomix.files.wordpress.com/2012/04/lost-dutchmans-mine.jpgDe natuur wordt schitterend weergegeven, de sfeer is altijd optimaal getroffen. Het realisme is geloofwaardiger dan van menig hollywood western.
Geen wonder dat de auteurs het tweeluik
De mijn van Prosit en
Het spook van de goudmijn altijd hebben gekoesterd. Dit verhaal beklijft van het begin tot het einde. Overal is er spanning, en altijd wordt een originele maar geloofwaardige oplossing gevonden voor de problemen waarmee de personages te kampen hebben, of het nu antagonisten of protagonisten zijn.
Het eerste verhaal in deze bundel is
Generaal Geelkop, een vervolg op
De vlakte der Sioux, waarmee de derde integrale besloot. Hier geen verzengende hitte, maar besneeuwde vlaktes en ijzig koude rivieren.
Het moge duidelijk zijn dat beide auteurs graag varieerden.
Dus wat kan een recensent over zo een album vertellen? Niet veel, inderdaad...
Maar als Uw oude verhalen total loss zijn na het vele herlezen, of als U van Mars zou komen en niet zou weten waar ik het over heb, haast U dan om deze integrale in huis te halen. Ze is prachtig uitgegeven door Dargaud en na 4 delen is er al een heel mooie tekening op de ruggen van de albums te zien. Deze integrale is een werk voor de stripeeuwigheid en zal na U ook Uw nageslacht nog vele mooie uren verschaffen.