Alim de leeerlooier, deel 1 en 2

genre: fantastische vertelling, relistrip

Aan de rand van een grote oceaan, ergens op een buitenwereld, ligt het Jesametische rijk met de prachtige hoofdstad Bramhalem. Dit machtige rijk lijkt het meest op het hindoeïstische oude India, compleet met tempels, priesters en kasten, maar het heeft ook sterke islamitische trekken. De naam van dit rijk is ontleend aan Jesameth de cultuurheros, voorvader, messias, heilige stuurman, profeet en verlosser.
Vergeten door de goden, was de ongelukkige mensheid overgeleverd aan de willekeur der seizoenen en prooi voor de roofdieren, waaronder de verschrikkelijke necrobox; geteisterd door honger en ziekte was hen een ellendig lot beschoren, waarin geen ruimte was voor hoop. Jesameth besluit als afgezant van de mensen de eindeloze oceaan te bevaren op zoek naar het eiland der goden. Na ontzaglijke gevaren en ontberingen bereikt Jesameth eindelijk zijn doel en bestijgt de berg waar de goden zetelen (zoals op de Griekse Olympus) en weerstaat als enig levend schepsel hun vernietigende blikken. Jesameth wijst de goden erop dat zij met de schepping ook verplichtingen hebben gekregen en dat zij de mensheid niet mogen vergeten. De goden verhoorden de smeekbeden van Jesameth en veroorzaakten het uitsterven van de necrobox, waarmee de bloei en macht van het rijk begon.
Hoewel de strip op dit punt verder weinig informatie geeft, mogen we aannemen dat Jesameth op het eiland is achtergebleven, want er wordt gezegd dat hij voor eeuwig aanligt bij de goden. Ik moet hierbij denken aan de 12 artikelen van het geloof, die bij de R.K. eredienst nog steeds worden opgedreund en waarbij van Jezus Christus wordt gezegd: Hij die opgestegen is ten hemel en zit aan de rechterhand van God de almachtige vader. Voor mij blijft het onduidelijk hoe Jesameth ook profeet kan zijn als hij niet van zijn reis is teruggekeerd.

Alim, een kasteloze leerlooier, de eenvoudigste onder de eenvoudigen, doet een ontdekking die de Jesamethische clerus in grote moeilijkheden kan brengen. Dit is het begin van een akelig avontuur en Alim moet al snel de wijk nemen, waarbij hij dubbel achtervolgd wordt. Met zijn vlucht is de religieuze geest uit de fles en raakt het grote rijk in beweging.
Het zal me niet verbazen als Alim, net als Jezus (een paria in een stal geboren), een nieuwe verlosser blijkt te zijn, maar dat moeten we afwachten.

Alims vlucht voert hem o.a. naar de noordelijke stad Theobia, residentie van de Maati, met in zijn kielzog helaas ook de achtervolgers. De stad lijkt een kopie van de Potala in Lhasa. Als natie lijkt Theobia (theos = god) ook op het Lamaïstische Tibet. De Maati is als reïncarnatie van de filosoof Aagkii, geestelijk leider van het land (en waarschijnlijk meer). De Dalai Lama is een reïncarnatie van Boeddha, ook een filosoof.

Ik zal het verhaal hier niet verklappen, maar ik kan de lezer wel een overzicht bieden van personen en begrippen die in de strip een rol spelen en boven niet aan de orde zijn gekomen. Ik kan me namelijk goed voorstellen dat de strip zo af en toe dwingt tot terugbladeren, hoewel het verhaal op zich niet ingewikkeld is.

Bul of Sprietje, het ondeugende, goedlachse dochtertje van Alim (die kennelijk weduwnaar is)
Bonpa, vader van Alim en Buls opa
Reinkhol, commissaris Janitsaar, soort inquisitie-ambtenaar die toeziet op het juiste zedelijke en religieuze handelen van de burger, speciaal de kasteloze; door hem dreigen Alim en Bul te worden terechtgesteld
Soubyr, soldaat die de wacht houdt als Alim met zijn dochtertje in een grote korf voor het volk tentoongesteld worden, in afwachting van de doodstaf
Nefiasoubine, vergadering van de zogenaamde roergangers, het hoogste Jesametishe bestuursorgaan, vergelijkbaar met de R.K. curie
Torq Djihid, brute, meedogenloze krijgsman, generaal namens de Nefiasoubine; de achternaam lijkt niet voor niets op Jihad, want hij moordt en terroriseert omwille van het geloof in Jesameth
Khelob, offermeester, lid van de Jasoubinische kerkenraad en een der priors, alsmede wereldlijk leider wiens belangen niet parallel lopen met die van de Nefiasoubine
Cleolia, jonge vrouw van het noordelijke bergvolk, die de leiding heeft over het windvlot (soort zeppelin) van haar clan

‘Alim de leerlooier’ is gewoon een onderhoudende strip, met veel actie en afwisseling, maar tegelijk wordt de vinger gelegd op enkele godsdienstige stinkende wonden:
De nog altijd bestaande kasten in India, met de schandelijke, uiterst verwerpelijk behandeling van de paria’s of kastelozen.
De discriminerende behandeling van vrouwen, zowel bij de hindoes als de moslims (en helaas niet alleen bij hen).
Discriminatie van de burakumin in Japan; volgens mij is Alim niet toevallig een leerlooier.
De nog steeds beoefende Jihad in de betekenis van een heilige oorlog, ondanks de pogingen van gematigde moslims de jihad een spirituele inhoud te geven.

De tekeningen zijn bijzonder goed geslaagd, fantasie- en smaakvol, met zo af en toe een komische uitstraling, zonder ook maar ergens karikaturaal te worden. De tekeningen geven dit verhaal een lichtvoetigheid, die de sombere en gewelddadige kant wat verhult.


NB. Jesameth is uiteraard een samentrekking van Jezus en Mohammed.
Geplaatst op 20/12/2007 Citeren
Avatar
Hans Bekker
Geplaatst op 20/12/2007