genre: fantastische vertelling, fabel
De zoveelste bewerking van Joseph Rudyard Kiplings beroemde boek is alleszins geslaagd te noemen. Dit ligt niet aan de tekeningen, die ik matig durf te noemen. Het ligt ook niet alleen aan de originele aanpak, maar vooral aan de verteltrant, die gevoelig is zonder ergens sentimenteel te worden. Deze strip is meer dan een verstripping van Kiplings meesterwerk. Van Kiplings acceptatie van Engelands kolonialisme, door hem opgevat als een goddelijke opdracht, is niets te merken.
Als oude man keert Mowgli terug naar het dorp dat eens aan de rand van de jungle lag, waar hij als kind door de wolven werd opgevoed, samen met Bagheera de oude zwarte panter en Baloo de beer, en dan nog in bescherming genomen door Kaa de python. De jungle is dan al gereduceerd tot bedreigd natuurgebied en de dorpelingen zijn hun band met de natuur al grotendeels kwijtgeraakt. Een hotel is er niet in het dorp, maar de oude man heeft van te voren gezorgd dat er op hem gerekend is. Hij vindt onderdak in een goed huis waar eens per dag voor hem wordt gekookt en de verhuurster elke drie dagen voor de was komt. Niemand weet wie hij is en waar hij vandaan komt, maar men begrijpt wel dat hier iemand is die gekomen is om te sterven. Er ontstaat al spoedig een hartverwarmende vriendschap tussen de oude man en Vijay, het zoontje van de huisbazin. Aan Vijay wordt het leven van Mowgli uit de doeken gedaan, die steeds weer terugkeert om naar zijn verhalen te luisteren. Het hele verhaal wordt als het ware in flashbacks beschreven. Dit doet overigens zeker niet geforceerd aan; de strip is gemakkelijk te lezen.
De dierfiguren uit het boek missen weliswaar het komische van de Disneyfilm, maar ze zijn veel levensechter. De simpele wijsheden van de junglewet lopen synchroon met de wijsheid van het kind, waarmee de opvoeding van Mowgli het spoor van Maria Montessori volgt. Alle dieren uit ‘Junglebook’ spelen hun rol weer uitstekend. Bij de strip ontbreekt ook Disney’s kinderlijke toon; het is zeker ook bedoeld voor lezers van mijn leeftijd.
Luitenant Millner Yarborough is een prachtige slechterik: hij vertegenwoordigt de Britse koloniale onderdrukkers in India en doet dat prima met zijn rode haar, in dezelfde kleur als de vacht van Shere Khan; de rode wolven, die in Mogli’s jeugd zo’n nare rol speelden, hadden de zelfde kleur. De luitenant is niet minder verraderlijk dan de manke tijger en de Britten, met hun rode uniformen, lijken wel op die rode wolven.
Eigenlijk gaat de hele strip over het leerproces dat iedere mens moet doormaken in zijn leven. Als Mowgli na zijn gevecht met Luitenant Yarborough door Kaa uit het moeras wordt gered en zijn geliefde Vedra kan gaan opzoeken, zegt de geest van Shere Khan hem: “Denk je dat je gewonnen hebt Mowgli? Denk je dat het leven van nu af aan simpel zal zijn?”
Dit is geen hogere stripkunst, maar ik heb er wel van genoten.
Geplaatst op 13/12/2007
Citeren