Een zoveelste integrale... De markt boomt. Wij, stripliefhebbers, kijken reikhalzend uit naar gebundelde verhalen en dat om meerdere redenen. Soms zijn de afzonderlijke albums immers niet meer te vinden, we kicken ook op de vaak fraaie hardcover uitvoering die onze bibliotheek een esthetische meerwaarde verleent. Een lijvig dossier met achtergrondinformatie voor ouder werk, of een portfolio met onuitgegeven tekeningen voor iets meer recentere strips kunnen ook aanleiding zijn om een integrale te kopen waarvan je de afzonderlijke delen toch al hebt.
Voor me ligt de perfecte illustratie van dit alles: deel 1 van de Integrale van Jan Kordaat. Hierin de vroege verhalen, vooraf gegaan door een dossier, in een prachteditie.
Om eerlijk te zijn had ik de hoop al op gegeven deze verhalen ooit te kunnen aanschouwen, laat staan lezen. De allereerste verhalen van Jan Kordaat door grootmeester Jijé zijn in de jaren 40 in 2 albums uitgegeven door Dupuis. Sindsdien zijn ze echter nooit meer als herdruk in het Nederlands verschenen. Mits een hoge dosis geluk en een uitpuilende portefeuille zou je misschien nog een exemplaar op de kop kunnen tikken in een antiquariaat.
De verhalen werden gepubliceerd in Spirou en later ook Robbedoes tijdens en vlak na WO2. Het zijn typische voorbeelden van vroege avonturenstrips. Misschien is dat wel slecht verwoord, want eigenlijk stonden deze verhalen school voor wat we later als typische avonturenstrips zijn gaan beschouwen. Want vergis je niet: Jijé was een absolute pionier van het Europese stripgebeuren!
Voor wie dat soort verhalen uit die tijd nu pas zou ontdekken toch een kleine waarschuwing. De verhaallijn is telkens vrij eenvoudig: de held van dienst is een soort menselijke superman, die als side kicks fysisch zwakkere personen heeft die dat compenseren door moed. Een kleine jongen, Jefke, en een elegante jongedame die zich ontpopt als piloot. De slechten zijn slecht, maar hier en daar is er ééntje die toch nog wat goedheid heeft, dit vooral om op tijd en stond een wending te geven aan het verhaal. Nevenfiguren zijn ook archetypes. Zo is een arrogante politie-inspecteur in alles, houding, manier van praten, denken, arrogant. Allemaal heel duidelijk en weinig complex als personage.
Jan Kordaat is een speurder in dienst van een verzekeringsmaatschappij. Stof genoeg dus om avonturen te beleven. Ze zijn zeer goed opgebouwd en hebben een rotvaart. Bijna op elke plaat word je verrast door een plotwending en bijna elke plaat eindigt op een cliffhanger. Dat is dan weer de verdienste van scenarist Jean Doisy. Zijn naam was me onbekend, moet ik toegeven. Hij schreef veel teksten in de oorlogsedities van Robbedoes, en ook nog erna, oa de rubriek “Snuffeltje vertelt”. Die was me dan wel weer bekend, want mijn vader vertelde zeer vaak dat hij zijn schoolse spreekbeurten ontleende aan Snuffeltje.
Tekentechnisch is dit werk van driekwart eeuw geleden natuurlijk niet meer te vergelijken met wat men ons nu voorschotelt. Maar toendertijd moet dit ingeslagen hebben als een, ondanks de tijd, bom. Hele filmische opbouw met camerastandpunten die van tekening tot tekening variëren, perspectieven die kloppen, vergezichten die de toenmalige jeugd doen dromen van de woestijn, of arctische gebieden, en zelfs de bossen rond de Lesse. Daar kwam men toen immers niet.
https://www.lambiek.net/artists/image/j/jije/jije_kordaatspeurder2.jpgKordaat moest in oorlogstijd een baken van hoop op betere tijden en verzet tegen de Nazi’s worden. Merkwaardig genoeg werd hij neergezet als wat later het prototype van de Nazi-slechterik zou worden, ons opgedrongen door castingfirma’s in Hollywood: een blonde, zeer atletische reus. Arischer kan nauwelijks.
http://nsm08.casimages.com/img/2014/08/11//14081112102714315612445101.jpgEen bijzonder lijvig en goed gedocumenteerd dossier vertelt de ontstaansgeschiedenis en de moeilijkheden die in WO2 gekoppeld waren aan het publiceren van strips via een tijdschrift. Ook de wat moeilijke samenwerking tussen Doisy en Jijé wordt uit de doeken gedaan. Goed geschreven met veel kennis van zaken, rijk geïllustreerd en vol interessante wetenswaardigheden. Kijk, dit is nu eens een topdossier!
Tot slot een woordje over de uitgave. Scratch bezorgt ons een prachtig boek met fraaie cover. De tekeningen zijn deze zoals ze destijds in het tijdschrift Robbedoes gepubliceerd werden. Dat heeft een aantal merkwaardigheden tot gevolg.
Eerst en vooral zijn de teksten in wat men noemde “de oude spelling”. Dat is een keuze, en men kan daar voor zijn, of er bezwaren tegen opperen. Mij stoort het niet, maar daardoor zal het boek misschien minder geschikt zijn voor jonge lezers die nog minder regelvast zijn op vlak van orthografie.
Vermits de verhalen werden voorgepubliceerd in een tijdschrift, met wekelijkse afleveringen van (amper) 1 plaat werd er in de linker bovenhoek altijd de naam van de reeks geplaatst. Soms in de tekening zelf, soms in een apart plaatje. Als het verhaal dan in een album werd gegoten werd dat plaatje steevast vervangen door een tekening, die je zonder probleem kan weglaten zonder iets van het verhaal te missen. Je moet daar maar eens op letten als je een album (al dan niet herdruk) ter hand neemt van De Blauwe Sperwer, of een vroege Buck Danny. Denk je dan het verhaal in zonder elk plaatje links boven en je krijgt nauwelijks een verschil. Dat is hier dus niet gebeurd. Op vele pagina’s staat vermeld dat het om een verhaal van Jan Kordaat gaat.
Wat ben ik blij met deze uitgave! Stripliefhebbers die braaf zijn geweest kunnen dit maar best op hun brief voor de Sint zetten en een grote laars aan de haard plaatsen ipv een schoen. Want dit hoor je gewoon in huis te halen.