stripINFO.be gebruikt cookies voor het bewaren van logingegevens en voorkeuren. Geen persoonlijke data wordt hierin bewaard.
Door de site te gebruiken accepteer je het gebruik van deze cookies. Deze melding verbergen
“Nu we verlost zijn van dat gevolg van de opkomst van het feminisme kunnen we wat inlichtingen gaan inwinnen over die beste Professor Richardson…”
In het verhaal “De Demon van Whitechapel”, het eerste deel uit de serie Harry Dickson, bevrijden twee wetenschappers per ongeluk een eeuwen oude demon. Als deze demon in het Londense Whitechapel dood en verderf zaait is het aan privé detective Harry Dickson om hem te vangen. Een lastige journaliste blijkt daarbij toch nuttiger te zijn dan Dickson in eerste had gedacht. Ik vergeef hem de hierboven geciteerde opmerking maar, omdat de meeste mannen in de begin jaren 30, waarin dit verhaal zich afspeelt, nog moesten wennen aan de gedachte dat vrouwen ook nog wel iets anders konden dan het huishouden en kinderen krijgen.
Ik ben niet zo heel erg onder de indruk van het verhaal. Het is vermakelijk, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Hoewel ik een goed verhaal toch wel één van de belangrijkste elementen in een strip vind, zijn er toch ook nog andere redenen waarom ik bepaalde strips verzamel. De tijd waarin het verhaal zich af speelt bijvoorbeeld. Ik ben altijd al mateloos gefascineerd geweest in alles wat met de eerste 35 jaar van de vorige eeuw te maken heeft. De kans is dan ook groot dat ik een voor mij onbekende strip aanschaf als ik bij het doorbladeren bijvoorbeeld een oude automobiel, een dubbeldekker, een dame met een Louise Brooks bob of een man met een Fedora zie. En aangezien de tekening van Olivier Roman prima zijn heb ik wat dat betreft niets te klagen.
Maar er zijn ook andere dingen die deze strip leuk maken voor mij. De positie van de vrouw was drastisch aan het veranderen in die tijd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden vrouwen bewezen dat ze prima het werk van mannen konden overnemen en velen van hen lieten zich niet meer terug sturen naar het aanrecht. Het eerste, en zeker niet het onbelangrijkste, succes wat deze feministen boekten was het verkrijgen van stemrecht voor vrouwen. Maar hoewel ik mensenrechten en het democratische proces heel serieus neem moest ik toch wel grinniken om Dicksons opmerking over die lastige feministen. Wat zou hij hebben gezegd als hij wist dat Groot Brittanië ooit geregeerd zou worden door een vrouw. Ook vind ik de vele verwijzingen naar zowel historische gebeurtenissen als andere detective fictie leuk. Zo wordt er verwezen naar Jack the Ripper die in 1888 in Londen een aantal prostituees vermoorde en verminkte. Één van die slachtoffers was Annie Chapman die in Whitechapel werd vermoord. Het eerste slachtoffer van de demon uit “De Demon van Whitechapel” heet Anna Chapman. Er wordt verwezen naar ontdekkingsreiziger Robert Falcon Scott die in 1910 aan een expeditie naar de Zuidpool begon en daarbij in 1912 het leven liet. Hij was erg populair bij de mensen en na zijn dood kreeg hij een heldenstatus. In 1948 werd de film ‘Scott of the Antarctic’, met John Mills in de titelrol, over deze expeditie gemaakt.
Op de titelpagina staat vermeld “Harry Dickson De Amerikaanse Sherlock Holmes” en er wordt ook meerdere keren naar deze beroemde detective van Sir Arthur Conan Doyle verwezen. Zo woont Dickson op 221B Baker Street. Het adres waar Sherlock Holmes ook woonde. Opmerkelijk is dat Mrs. Hudson sins de tijd van Sherlock Holmes nooit dood is gegaan of verhuisd want ze is nog steeds de hospita van 221B Baker Street. Nou ja het zou kunnen denk ik. Als ze in 1887, wanneer ze voor het eerst in een Sherlock Holmes verhaal voor kwam, 30 jaar was en dit Harry Dickson verhaal zich afspeelt in 1932 dan zou ze 75 zijn in dit verhaal. Maar zo te zien moet ze dan wel een hele lading botox hebben gebruikt.
Zo zijn er nog wel meer leuke verwijzingen te vinden in dit album.
Hoewel op de cover van dit album vermeld staat dat dit deel 1 is blijkt dit in werkelijkheid verhaal 4 te zijn. Het is wel de eerste Harry Dickson strip die bij uitgeverij Talent verschenen is. En om helemaal correct te zijn is dit het 180ste Harry Dickson verhaal. In 1907 begon de Duitse uitgeverij Verlagshaus für Volksliteratur und Kunst met de pulp (dime-novel series) “Detektiv Sherlock Holmes und seine weltberühmten Abenteuer”. Omdat de uitgeverij problemen verwachte met de copyrights werd de serie later omgedoopt tot “Harry Dickson der amerikanische Sherlock Holmes”. De naam Harry Dickson komt van Harry Taxon, die in de Duitse Sherlock Holmes’ Watson verving. En de Australische detective Allan Dickson, een creatie van Arnould Galopin. De avonturen van Sherlock Holmes’ equivalent zouden in bijna 200 pulp magazines in Duitsland, Nederland, België en Frankrijk verschijnen. In Frankrijk werd de serie zelfs zo populair dat die zich kon meten met die van Sherlock Holmes en Arsène Lupin.
In 1986 begon Dargaud met vrije adaptaties van deze pulp detective uit te geven. En in 1992 begon uitgeverij Soleil een nieuwe Harry Dickson serie met gloednieuwe verhalen. Dit is dus de reden waarom er twee verschillende Harry Dickson strip series worden uitgegeven. Ook zijn niet alle strips in het Nederlands vertaalt en wijkt daarom de nummering van de Nederlandstalige albums af van die van de Franse. Ja het maakt het verzamelen er niet gemakkelijker op. Voor wie het nog aandurft, er is vorig jaar een nieuwe Harry Dickson strip verschenen; ‘Het goud van Malacca’. Verhaal 13 volgens de catalogus, maar ik durf het niet meer met zekerheid te zeggen.