stripINFO.be gebruikt cookies voor het bewaren van logingegevens en voorkeuren. Geen persoonlijke data wordt hierin bewaard.
Door de site te gebruiken accepteer je het gebruik van deze cookies. Deze melding verbergen
Het Westerngenre wordt meestal geassocieerd aan de tweede helft van de 19e eeuw. Prachtige stripreeksen als Blueberry of Buddy Longway zijn hieraan zeker niet vreemd. Af en toe worden er ook strips gemaakt die de oversteek naar het begin van de 20e eeuw maken, zoals Benoit Sokals Kraa. Derib waagde het zelfs om de verre nazaten van de indianen te protretteren in Red Road.
Maar de indianen waren er natuurlijk al veel langer. Die vroegere geschiedenis is zowel in films als in strips minder voor het voetlicht gebracht. Ja, Pratt maakte wel enkele, nu gedateerde en moeilijk leesbare historische verhalen over de tweede helft van de 18e eeuw, zoals Fort Wheeling of Ticonderoga, maar veel navolging heeft hij niet gekend.
In De Verdwaalde Kapitein wordt de periode geschetst vlak na de zevenjarige oorlog. We schrijven 1763 en Frankrijk heeft het onderspit moeten delven tegen de Pruisen en Engelsen. Volgens het Verdrag van Parijs moet Lodewijk XV heel wat van zijn kolonies afstaan, waaronder die op het Amerikaanse vasteland.
Nochtans waren de Fransen er goed ingeburgerd. Gemengde huwelijken waren er schering en inslag en ook de gezagsdragers van de Fransen verbroederden vaak en ongedwongen met de Indiaanse opperhoofden. Veel Fransen hadden nooit het oude continent gezien.
De Indianen zijn er dan ook niet gelukkig mee dat de Fransen moeten vertrekken en pogen een opstand tegen de Engelsen. Kapitien de Saint-Ange moet het laatste fort echter aan de roodjassen overdragen.
Het hele verhaal ademt een sfeer van weemoed. Het contrast tussen de manier waarop de Fransen omgaan met de Indianen en hoe de Engelsen dat doen wordt voortdurend benadrukt. Respect en integratie verus uitbuiting en vernedering. Voor sommige huidige gezagsdragers ter plaatse is het dan ook niet moeilijk uit te maken wiens strekking ze volgen...
Maar het beeld dat geschetst wordt door Terpant is zodanig zwartwit, of in dit geval roodwit, dat het te ongenuanceerd is om geloofwaardig over te komen. Kapitein de Saint-Ange mag dan een grote meneer zijn en de Franse slag in dit geval lovenswaardig, toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat er hier een wat te moraliserend deuntje wordt gefloten.
Bovendien wordt het verhaal toch ook wat rommelig verteld. Het betreft een periode waar wij in het Nederlandse taalgebied eerder weinig kennis van hebben. Het feit dat de indianen allemaal nogal stereotype getekend worden helpt ook niet echt om een structuur te vinden.
Gelukkig is er een kort dossiertje om ons wat wegwijs te maken.
De verdienste van dit tweeluik schuilt er vooral in dat het een contrast laat zien van 2 manieren om aan kolonisatie te doen: integratie verus repressie. Dat de Fransen er in andere delen van de wereld veel minder in geslaagd zijn om de "juiste kaart" te trekken weten we ondertussen. Ze worden maar ongaarne herinnerd aan Dien Bien Phu om maar iets te zeggen.
De manier waarin de Fransen en Indianen tot een soort symbiose kwamen was verrassend. Toch iets om als lezer even bij stil te staan.
Het tekenwerk van Terpant mist wat diepgang. Vooral de gezichten zijn doorgaans te braaf en weinig doorleefd. Alle kledij lijkt pas gewassen en netjes gestreken met felle kleuren. Vooral de Engelse rode uniformvesten springen in het oog. Dat alles maakt dat dit tweeluik op een vrij afstandelijke manier verslag doet van iets wat meer ruwheid en toch ook warmte had kunnen verdragen.
Zeker geen slecht verhaal, maar een topper kan je het bezwaarlijk noemen.
Dit is een officiële stripinfo.be recensie, geplaatst door een medewerker van ons team. stripinfo.be werkt samen met uitgevers om u deze recencies te brengen.