stripINFO.be gebruikt cookies voor het bewaren van logingegevens en voorkeuren. Geen persoonlijke data wordt hierin bewaard.
Door de site te gebruiken accepteer je het gebruik van deze cookies. Deze melding verbergen
Er zijn van die figuren uit het Belgische stripverleden die de wereld veroverd hebben en ver buiten hun ontstaansperiode en -gebied hoge ogen gooien. Kuifje, uiteraard, of De Smurfen. Tot dit selecte gezelschap mag ook Lucky Luke worden gerekend.
Van deze cowboy die sneller schiet dan zijn schaduw zijn ondertussen 79 albums verschenen. Eerst 31 bij Dupuis, tussen 1949 en 1967. Daarna herbegon de telling : 42 albums verschenen tussen 1969 en 2002 bij meerdere uitgeverijen, waarvan de laatste 13 door Lucky Comics/Production voor hun rekening werden genomen. Lucky Comics herbegon dan in 2004 nogmaals met een nieuwe nummer 1 en in deze telling zijn er ondertussen al 6 albums verschenen.
Dat een kat haar jongen in deze driedubbele telling niet meer vindt behoeft geen betoog. Om één en ander te vereenvoudigen worden de eerste 73 albums ( en merkwaardigerwijze dus die van de nieuwste nummering niet) nu in 1 reeks gegoten met nieuwe, doorlopende nummering. Een initiatief dat we eigenlijk alleen maar kunnen toejuichen.
Dick Diggers goudmijn (in deze nieuwe uitgave is de storende taalfout weggewerkt) was het allereerste album van Lucky Luke (of, zo U wil, Lukkie Luk) dat door Dupuis op de markt werd gebracht, in 1949 dus. Het bevat 2 verhalen die al in 1947 in Robbedoes verschenen, a rato van 1 pagina per week. Naast het titelverhaal, waarin LL de strijd aan moet binden tegen 2 bandieten die Dicks goud en het plan voor zijn mijn inpikken, is er ook het verhaal van Mad Jim, die een ware dubbelganger van LL is, maar dan met veel minder goede inborst.
De allereerste verhalen van Lucky Luke, dat is voer voor nostalgici. De stijlk van Morris is nog niet helemaal die van zijn rijpere jaren. LL heeft in het begin een nogal ronde kin en grote flaporen. Alle figuren zien er wat meer karikaturaal uit dan wat we uit later werk kennen. De invloed van de Amerikaanse tekenfilm is onmiskenbaar. Niet enkel in het uitzicht van de figuren trouwens.
Ook de tekeningen kan je met wat fantasie zien als telkens de volgende pointe in een tekenfilm. Disney en Mickey zijn nooit veraf.
Maar gaandeweg merk je dat Morris het medium beter in zijn vingers krijgt. De gezichten worden wat hoekiger en langer, gelaatsuitdrukkinger ook wat subtieler.
De verhalen zijn nog wel erg eenvoudig in hun opbouw. Desondanks blijven ze aangenaam om lezen. De humor mag dan nu voorspelbaar zijn, of misschien ook wel zo vaak nagebootst dat we het gewoon vinden, een glimlach blijft om je lippen hangen.
Morris heeft met Lucky Luke een wereldster gecreëerd, die aan de basis lag van talloze humoristische westernstrips. Alleen al daarom hoort dit eerste album in je stripcollectie te zitten.
Dit is een officiële stripinfo.be recensie, geplaatst door een medewerker van ons team. stripinfo.be werkt samen met uitgevers om u deze recencies te brengen.