stripINFO.be gebruikt cookies voor het bewaren van logingegevens en voorkeuren. Geen persoonlijke data wordt hierin bewaard.
Door de site te gebruiken accepteer je het gebruik van deze cookies. Deze melding verbergen
Juni 1924, we belanden in Mérandac, een plattelandsdorpje nabij Bordeaux. Waar een stralende zon, de ruggen van de leerlingen, van de plaatselijke tuinbouwschool blakert. Het zijn bijna uitsluitend oorlogswezen, die in dit internaat de landbouwtechnieken proberen onder de knie te krijgen. Maar het stond in de sterren geschreven dat er die dag weinig arbeid zou verricht worden. Niet alleen de zon verhit hun lichaam, ook de wulpse dochter van de nabij de tuinbouwschool wonende graaf, laat de temperatuur tot ongekende hoogte stijgen. Iets wat hun begeleider niet pikt: hij sommeert onze jongedame om haar schilderkunsten van op iets verdere afstand uit te voeren.
Zijn woorden zijn nauwelijks koud of een laag overscherend vliegtuig dat een noodlanding uitvoert zet de gemoederen opnieuw op stelten. Tot ieders verbazing duikt uit het vliegtuig, niet een piloot, maar een pilote op. Geen frêle dame, maar eentje qua uitvoering type bulldozer, en nog grofgebekt ook. Tijdens deze twee gebeurtenissen slaat de vonk over tussen Jeanne, de dochter van de graaf, en Marcel Dusquenne. Echter zijn prille liefde krijgt al snel een fikse deuk. Als Jeanne te paard op zoek gaat naar een monteur in het dorp, keert ze na een tijdje terug met een nieuwe kostganger voor de school. Deze leerling, Jules Valard genaamd, heeft tijdens hun ritje het schetsblok van Jeanne ingepikt. Gevuld met tekeningen van Jeanne die poseert in allerlei erotische poses. Als Marcel en de gebroeders Blondiau de schetsen onder ogen krijgen, willen ze Jules een lesje leren. Een lesje dat eindigt in het strafhok, waardoor ze niet aanwezig kunnen zijn op de onthulling van het monument opgericht ter ere van de gesneuvelden uit WOI. Een lange en vervelende dag staat ons viertal te wachten. Ware het niet dat vingervlugge Jules de sleutels van het strafhok inpikte. Eens de vrijheid lonkt begeven ze zich naar het park van de graaf, waar Marcel een afspraakje bij avond weet te versieren met Jeanne. Een afspraakje dat flink uit de hand loopt door de vrienden van Marcel die niet, zoals de afspraak luidde, braafjes de wacht optrekken, maar de woning van de graaf binnendringen, waarbij ze geconfronteerd worden met een naakte slapende pilote. Eens ze ontwaakt ontpopt die zich tot een heuse furie.
Het scenario van Wilfrid Lupano (‘Alim de Leerlooier’, ‘De Engelsman die niet van vuurwapens houd’) weet een mooi uitgebalanceerd verhaal te brengen, dat twee albums zal beslaan. Dat zich afspeelt in een rustperiode tussen de beide wereldoorlogen. Waarbij we kennismaken met het kleinburgerlijke gedrag van de directeur, die straft om het minste vergrijp. Maar tevens trekt Lupano de psychologische kaart, ieder hoofdpersonage wordt uitgediept en speelt zijn rol in het verhaal. Zo wordt er een focus gelegd op de liefdesperikelen van Marcel, maar wordt ook de ontluikende seksualiteit van zijn drie kompanen in het zonnetje gezet. Zij zijn allen jong en kijken de toekomst onbevangen tegemoet. Zij denken gewoon niet aan morgen. Door hun oorlogservaringen kijken ze anders tegen het leven aan. Ze willen genieten van iedere minuut van hun bestaan. Dit alles wordt gebracht in een intrigerende uitvoering, voorzien van uitermate sprankelende humor. Waardoor het verhaal doordrenkt is met een speelse, avontuurlijke en jeugdige zorgeloosheid. De tekeningen van Morgann Tanco uitgevoerd in semi- realistische stijlvoering ondersteunen perfect het scenario. Ze stralen dynamische uit, tonen ons een zorgeloze tijd, waarvan we alleen nog maar kunnen dromen. Hij tekent de hoofd- en bijfiguren schitterend uit. Ze tonen allen een ongekende dynamiek, zijn levendig en tot in de puntjes uitgewerkt. De decors zijn degelijk uitgevoerd en geven een meerwaarde aan het verhaal. Net als de subtiele inkleuring, uitgevoerd door Lorien. WG.