Het gebeurt me niet vaak, maar deze maal start ik een recensie met de gegevens die op de backcover staan:
DE TIJD
1945. Frankrijk en Groot-Brittannië hebben sinds 4 jaar de oorlog gewonnen.
De Tweede Wereldoorlog is afgesloten met de overwinning van de geallieerden, maar in het oosten gaat het conflict tussen Duitsland en Sovjet Rusland verder. Dankzij de materiële hulp van zijn vroegere tegenstanders kon het Duitse leger het Rode Leger tegenhouden in de voorsteden van Berlijn. Sindsdien lijkt geen van beide partijen in staat een overwinning te behalen, tot grote voldoening van Parijs en Londen.
In deze omstandigheden lijkt niets de Frans-Engelse macht te betwisten. Maar voor hoe lang nog?
DE HELD
Nestor Serge, ex-piloot van het Franse leger en held van de Fransen. Hij is overtuigd anti-militarist. Hij werkt als reporter voor "France Soir" samen met Joseph Kessel en André Malraux. Hij reist de wereld rond, hij is altijd op zoek naar een scoop voor de voorpagina. Wanneer zijn baas, Pierre Lazaref, hem vertelt dat de "Charles de Gaulle", het pronkstuk van de zeppelins van Air France op de noordpool crashte, pakt Nestor zijn koffers en gaat mee met de reddingsexpeditie...
HET VERHAAL
Nauwelijks terug in Parijs moet Nestor Serge, reporter bij France-Soir, al naar de geheimzinnige Oriënt en Cochinchine vliegen. Daar hebben het Franse rijk, na de Franse overwinning van Dien Bien Phu, en de beschaafde wereld te maken met hun grootste bedreiging. Maar als die beschaafde wereld nu niet zo beschaafd is? Dat denkt in ieder geval André Malraux die de journalist opvangt in Saigon. Voor Nestor begint een nieuw avontuur!
Het gejoel voor dit plagiaat golft ondertussen door mijn oren en ik vraag vergiffenis aan
uitgever en
lezers voor deze lakse manier van recenseren. Mea culpa, maxima culpa. Maar als een samenvatting achteraan op een cover prima is, waarom zou ik me dan in allerlei bochten wringen om die alsnog te verbeteren.
Het hoofdpersonage Nestor Serge komt dus weer in situaties terecht die zijn zelfzekerheid een zoveelste knauw zullen geven.
Jean-Pierre Pécau als scenarist en
Leo Pilipovic als tekenaar zorgen ervoor dat Serge een held met menselijke trekjes is en blijft. Hij drinkt als een orgel en is gek op rondborstige vrouwen.
De realistische tekenstijl en de vlotte overgang van de ene kant van de wereld naar de andere kant geven het verhaal in het begin de nodige schwung, iets wat enkele pagina's later plots op een laag pitje wordt gezet om op het einde weer zijn elan te krijgen. Een pluim voor de getekende details en decors. Ook de inkleuring, van de hand van
Thorn, is een sterk staaltje van kunnen.
Hopelijk stapt Pécau af van het te lang uitspinnen van een verhaal, zoals hij bij de reeks
"De verborgen geschiedenis" heeft gedaan. Een korte maar krachtige serie verhalen brengt meer op dan het eindeloos herhalen van onderwerpen en mysteries die meer ergeren dan intrigeren.
Tot deel vier van Machtsspel is men alleszins op de goede weg. Houden zo.