De auteurs van Wollodrin,
Chauvel en
Lereculey hebben al een hele geschiedenis samen. Zo maakten ze al eerder samen de reeks “
Arthur” en in de conceptreeks “
Zeven” schonken ze ons een van de betere albums: “7 dieven”. Daarin gaan enkele mensen, dwergen en orcs in de fantasiewereld Marmaëkard samen op jacht om de fabelachtige schat der dwergen (of toch een deeltje er van) te stelen. Toen was het album een one-shot en blijkbaar kregen de heren niet genoeg van het imaginaire Marmaëkard want ze gaan verder op het ingeslagen pad. Dit keer wordt het verhaal niet in één boek afgewerkt, maar krijgen we het eerste deel van een diptiek voorgeschoteld.
Net als in zeven dieven wordt er ook dit keer een groepje samengesteld om een queeste te volmaken. Dit keer is het echter geen groepje dieven, maar een groep ter dood veroordeelden die samen op pad worden gestuurd om een ontvoerd meisje, Epoline, te redden uit de klauwen van een legertje orcs. Het meisje is de erfgename van een van de belangrijkste families van Marmaëkard. Dit ligt dus politiek gevoelig en daarom werd er geopteerd om geen leger uit te sturen, maar een klein commando van “vrijwilligers”. Nu is het groepje ook weer een bont allegaartje, en we herkennen zelfs twee hoofdfiguren uit “7 dieven”: de boogschutter Ivarr en de slotenspecialist Ebrinh. Daarnaast bestaat de groep uit de dwerg Jokkï, de gladiator Retarius, de handelaar en smokkelaar Rohr, de knappe Oniaku, die de Orcs goed kent en Kahmin, een soort trolachtige dwerg. Misschien is het doordat het groepje nu maar uit zes leden bestaat dat Wollidrin als zelfstandige reeks wordt uitgegeven in plaats van in de reeks “Zeven”?
Tijdens hun tocht leren we het verleden van de hoofdfiguren kennen door flashbacks. In het eerste deel gebeurd er nog niet zo veel: de groep wordt samengesteld, we leren hen wat beter kennen en ze gaan samen op zoek naar de groep Orcs die het meisje hebben meegenomen. Door van zijn verhaal een tweeluik te maken heeft Chauvel zichzelf meer tijd gegund om de setting en de personages beter uit te kunnen werken maar om te weten of Wollodrin meer te bieden heeft dan de gemiddelde Rode Ridder hangt er dus veel af van wat het vervolg te bieden heeft.
De tekeningen van Lereculey zijn degelijk uitgewerkt, en soms kiest hij voor een aangepaste bladspiegel, zodat we niet zomaar van plaatje naar plaatje lezen. De veldslag tussen de mensen en de orcs waarin ons groepje zich plots bevind is zelfs spectaculair in beeld gebracht! Alleen al deze scene zorgt er voor dat ik toch benieuwd ben naar de verdere afwikkeling van het verhaal. Hopelijk zit er in het tweede deel een even spectaculaire scene! Dit tweede deel is al verschenen in het Frans, dus met de welwillende medewerking van Silvester kan de ontknoping niet te lang op zich laten wachten.
Geplaatst op 25/08/2011
Citeren