Er zijn twee redenen waarom ik met oprechte interesse in ‘De hertog van Bourgondië’, de nieuwste worp in de Tristanreeks, begon.
In een niet eens zo heel ver verleden heb ik een architectuurdiploma behaald, wat me, gecombineerd met een in deze webstreken redelijk vanzelfsprekend stripverhalenenthousiasme, uiteraard met extra belangstelling doet kijken naar stripverhalen waarin architectuur een rol speelt. We denken dan allemaal spontaan aan
‘De duistere steden’, maar ook Tristan Maddock ontwerpt tussen het reizen, vechten en vrouwen versieren door (een erg accurate beschrijving van het leven van een doorsnee architect, red.) wel eens een gebouw, wat hij eerder vooral in het volgens mijn jeugdherinneringen voortreffelijke
‘De kathedraal’ wist te demonstreren.
De tweede reden is simpelweg nostalgie, ik las deze reeks als kind erg graag. Die periode predateert vermoedelijk mijn interesse in de architectuur enigszins. De Middeleeuwen daarentegen, die spraken me wel aan (getuige een spreekbeurt over het thema in het vijfde leerjaar, met plastic zwaard rond het middel gegord), en het avontuur, uiteraard, uit de pen van een toen nog uitstekend schrijvende
Jacques Martin. Combineer dat met de fraaie tekeningen van
Jean Pleyers, en deze knaap was volmaakt gelukkig, zeker toen hij in het eerder vernoemde ‘de Kathedraal’ enkele ontblote jonkvrouwenborstjes mocht ontwaren.
Het staat me voor dat ik in die tijd niet zo heel veel nodig had om volmaakt gelukkig te zijn.
Dat laatste element hebben de huidige auteurs, Thierry Cayman en Hugues Payen, in ieder geval grondig doorontwikkeld. In ‘De kathedraal’ telden we negen vrouwenborsten (jawel, we hebben ze geteld, uiteraard enkel om u zo goed mogelijk te kunnen informeren), en de eigenares ervan, waarschijnlijk beschaamd om haar eigen vrijpostigheid, eindigde dan nog in het klooster. In ‘De hertog van Bourgondië’ zijn het er 39, ne-gen-en-der-tig. Als kwantiteit voor u van tel is, zit het dus wel snor. Voor de discussie over vormen en kleuren, verwijs ik graag naar het forum.
Als overbodig naakt evenwel niet uw ding is, resteert er bitter weinig om over deze strip te vertellen. Het verhaal gaat helaas, ondanks redelijk wat heen-en-weer geren, niet echt ergens heen. Iets met een boek dat Tristan eerst wel had en daarna niet meer, veel meer valt er niet van te maken, spijts de overvloedige hoeveelheid aan (slecht gecoupeerde) scènes. Ook de tekeningen van Cayman vallen, in elk geval wat de personages betreft, tegen.
Het naar avontuur hunkerende kind in mij dus ontevreden, en ook de architect bleef enigszins op zijn honger zitten, al vallen de decors beter mee dan de personages. Toch één opmerkelijke vaststelling: in luttele dagen tijd ontwerpt Tristan niet enkel een spectaculair gotisch gewelf, maar laat hij het ook volledig uitvoeren. De aannemerij is niet meer wat ze geweest is.